Extra ideeën voor ijsbrekers

Geef iedere deelnemer een A4 met alle namen. Vraag iedereen om één vraag te bedenken die ze aan zoveel mogelijk deelnemers gaan stellen. Bijvoorbeeld: Wat was je leukste vakantie? Geef dan vijf minuten om iedereen zijn vraag aan zoveel mogelijk anderen te stellen en die antwoorden op te schrijven. Na vijf minuten roep je één naam. Vraag deze persoon vooraan. Geef de rest van de groep 30 seconden om te roepen wat ze over hem of haar ontdekten (Bijvoorbeeld: “Robin is Ajaxfan”, “Robin was al drie keer in Disneyland”.) Herhaal dit één voor één met alle groepsleden.

Een persoon begint het spel door het beschrijven van zichzelf met één woord. De truc is dat het woord start met de eerste letter van zijn of haar voornaam.

Bijvoorbeeld: “Hallo. Ik ben Sportieve Sophie”. De persoon hierna herhaalt dit en voegt zijn eigen naam er aan toe: "Hallo, Sportieve Sophie, mijn naam is Moedige Max.” De derde persoon zegt dan: “Hallo, Sportieve Sophie en Moedige Max, mijn naam is Langzame Luuk.” Dit gaat door totdat iedereen aan de beurt is geweest. De hekkensluiter zijn in dit spel is het leukst, omdat die persoon alle namen en bijvoeglijke naamwoorden moet onthouden.

Geef de deelnemers een minuut of twee om drie woorden te bedenken om zichzelf te beschrijven. Vraag nu de deelnemers één voor één om zichzelf plenair te introduceren met die drie woorden. Bijvoorbeeld: 'Hoi, ik ben Mila. Ik zou mezelf omschrijven als nieuwsgierig, aardig en irritant.' Laat de groep maar vragen stellen als ze willen; dat vergroot het plezier.

Geef iedereen evenveel snoepjes, probeer tien stuks (vermijd nootjes). Start dit spel door iemand iets te laten zeggen over zichzelf wat hij of zij nooit heeft gedaan, maar waarvan je vermoedt dat anderen dat wel deden.
Zeg bijvoorbeeld: "Ik heb nooit op een scooter gereden", of "Ik heb nog nooit verkering gehad." Iedereen die wel op een scooter heeft gereden of wel verkering had, betaalt jou een snoepje. Ga door totdat iedereen aan de beurt is geweest of tot iemand geen snoepjes meer heeft. Het is natuurlijk de bedoeling om te eindigen met de meeste snoepjes!

Bedenk een aantal 'Zou je liever' stellingen (zie de voorbeelden hierna) en zet die op verschillende kaarten. Leg de kaarten ondersteboven. Iemand trekt een kaart, leest de stelling voor en geeft beredeneerd antwoord. Daarna trekt de volgende een nieuwe kaart trekt en zo verder. Voor meer beweging in dit spel, deel je de zaal in tweeën. Lees de stelling voor en laat de leden lopen naar rechts voor een ‘ja’ en naar links voor een ‘nee’.

• Zou je liever de ware liefde vinden of een miljoen euro winnen?
• Zou je liever kaal zijn of helemaal behaard?
• Zou je liever je beste vriend een leugen vertellen of je ouders de waarheid?
• Zou je het liever te warm of te koud hebben?
• Zou je liever op de maan lopen of op de bodem van de oceaan?
• Zou je liever buitenaards goede oren hebben of superogen die enorm ver kunnen kijken?
• Zou je liever een kat of een hond willen zijn?

Geef iedereen een handje smarties of m&m’s (zonder pinda's). Voordat ze gaan eten, vraag je eerst om iets te vertellen over zichzelf bij iedere kleur. Bijvoorbeeld bij:

rood: je favoriete hobby,
groen: je favoriete eten,
geel: je favoriete film,
oranje: je favoriete plek om naartoe te gaan,
bruin: je meest gedenkwaardige of gênante moment,
blauw: wild card (kies zelf wat je wilt vertellen).