1-op-1 discipelschap

Het 1-op-1 discipelschap hoort bij deze cursus. Deze vorm van discipelschap wordt in Engelse korpsen veel gebruikt. Het biedt persoonlijke ondersteuning bij de keuze om al dan niet heilssoldaat te worden.

Het 1-op-1-discipelschap is een dynamisch proces waarbij een meer geestelijk volwassen persoon regelmatig de jongere ontmoet. Het doel is om te ondersteunen in de groei van karakter, gaven en relatie met God. Een-op-een-discipelschap geeft mensen eigenwaarde en het gevoel dat je er toe doet. Je bent het waard om in te investeren!

  • Het biedt ruimte om je twijfels en onzekerheden onder ogen te zien en om je plek in deze wereld te vinden
  • Het helpt mensen om zich met iemand te identificeren en aangemoedigd te worden in het geven en ontwikkelen van hun talenten
  • Het legt de fundering voor een dynamische relatie met God

Voordat je met het discipelschap begint, is het belangrijk dat beiden daarmee akkoord gaan. De jongere moet zich prettig en veilig voelen bij de oudere als 'mentor. De 'mentor' moet zich bewust zijn van de toewijding die wordt gevraagd om de jongere op weg te helpen. Raadpleeg ook (pleeg)ouders of de voogd van minderjarigen en verzeker je van hun toestemming.

Hoe je vorm geeft aan dit 1-op-1-discipelschap laten we vrij. Voor een ontmoeting kun je afspreken op een openbare plek zoals een leuk koffietentje of een park. Zorg in ieder geval dat het een veilige plek is, ook voor jou als mentor. Een hond mee op een wandeling geeft tussendoor de nodige ontspanning. Je kunt elkaar af en toe appen of bellen. Zorg in ieder geval voor regelmatig contact tijdens de cursus. De inhoud hangt af van de behoefte van de jongere, maar de basis van deze afspraken is verantwoording, ondersteuning, bemoediging, gebed en Bijbelstudie. Als cursusleider informeer je iedere 'mentor' persoonlijk over de visie, doelen en methode van D!EN. Hier zijn wat suggesties om twee mensen zo te verbinden:

  • Geef de mentoren een overzicht van de lessen, zodat ze weten wat het inhoudt
  • Laat de mentoren regelmatig vragen aan de deelnemers hoe het met de cursus gaat
  • Moedig de deelnemers aan hun les regelmatig door te nemen met hun mentor
  • Vraag de mentoren om dezelfde boeken als de deelnemer te lezen
  • Moedig de deelnemer aan om vragen te stellen aan hun mentor, moeilijkheden voor te leggen of hulp te vragen bij het beslissen om wel of geen heilssoldaat te worden